Is er nog hoop voor Spakenburg en Rijnsburg?
Rijnsburgse Boys, Spakenburg en IJsselmeervogels waren de smaakmakers van de eerste seizoenen topklasse en horen bij de topamateurclubs aller tijden. De eerste helft van dit seizoen stelden ze zwaar teleur. Komt het nog goed in de tweede helft? Verslaggever André Bijl denkt van niet. Rob Koelewijn zou niet verbaasd zijn als een van deze drie alsnog kampioen wordt.stand topklasse
1 GVVV 17 11 2 4 35 31 162 Katwijk 17 10 4 3 34 42 20
3 HHC 17 11 1 5 34 31 26
4 Lisse 17 9 5 3 32 27 20
5 Barendrecht 17 8 6 3 30 27 15
6 Rijnsburgse Boys 17 8 3 6 27 35 25
7 IJsselmeervogels 17 8 3 6 27 28 27
8 Kozakken Boys 17 8 1 8 25 29 34
9 Noordwijk 17 6 6 5 24 31 26
10 Capelle 16 7 2 7 23 24 24
11 Jodan Boys 17 7 1 9 22 28 32
12 Scheveningen 17 6 3 8 21 25 27
13 Spakenburg 17 5 3 9 18 25 32
14 Excelsior ‘31 17 4 2 11 14 17 33
15 SC Genemuiden 16 3 2 11 11 24 38
16 DETO 17 2 0 15 6 14 43
‘Huidige koplopers zijn te sterk om in te halen’
IJsselmeervogels en Rijnsburgse Boys worden geen kampioen en Spakenburg komt niet hoger dan de ‘middenmoot’. Ik gooide het er zomaar uit tijdens een vergadering van de sportredactie. Discussie volgde. En meer dan dat. Want wie ‘a’ zegt, moet ook ‘b’ zeggen.Mijn collega’s relativeerden mijn uitspraak en wezen op de kracht van de ‘grote drie’. Ze voorspelden een opleving. ‘De competitie wordt pas rond Pasen beslist’, klonk het in koor. Maar eigenwijs als ik ben, houd ik vast aan mijn voorspelling.
Voor alle duidelijkheid: vooraf tipte ik Rijnsburgse Boys en IJsselmeervogels als favoriet. Die zet ik blind op een en twee. Vorige jaren speelden de Boys bij vlagen zulk mooi, aanvallend voetbal dat de titel een kwestie van tijd leek. En ook de Vogels maakten aanspraak op een prominente rol. Met gerichte aankopen versterkte men zich slim en ‘verloste’ zo de concurrenten van hun sterkhouders.
Over Spakenburg had ik meer twijfels. De topscorer ging weg, er kwam een nieuwe trainer; er werd niet al te snugger ingekocht, maar een plaats achter de top twee zat er wel in. Samen met Katwijk waar ze gestaag bouwen aan een prima elftal dat elk jaar sterker wordt. Dat geldt ook voor GVVV dat ik met Hardenberg tipte voor de subtop.
Een half jaar later blijkt die analyse voorbarig koffiedik kijken. De top drie zakte genadeloos door het ijs. Met een bakkie kibbeling op de tribune – vaste voorbereiding op elke wedstrijd – verlekkerde ik me week in week uit aan de opstellingen van mijn favorieten, maar kwam met de regelmaat van de klok van een koude kermis thuis. Of het nu lag aan het inpassen van nieuwe spelers, blessures, schorsingen, interne sores of het te lang vasthouden aan oude zekerheden: de verrassingen regen zich aaneen. En als eindelijk het tij lijkt te keren, volgt een nieuwe zeperd. Zoals de Vogels onlangs tegen Jodan Boys. Diezelfde middag rekenden Rijnsburgse Boys af met Hardenberg en zagen zij plots weer perspectief.
Ik niet meer. Natuurlijk: het seizoen duurt nog lang, maar: echt herstel blijft uit. Bovendien: de concurrentie is breed. En sterk. Vooruit: het jonge Barendrecht is nog te achterhalen. En Lisse ook nog wel. Maar GVVV, Katwijk en ook Hardenberg zijn te sterk en te slim om hun voorsprong uit handen te geven. Daarom: IJsselmeervogels hooguit top drie, Rijnsburgse Boys rond de vijfde stek en Spakenburg niet hoger dan plek acht, negen. Daar durf ik best een bakkie kibbeling op in te zetten. Die smaakt in Veenendaal net zo goed als in Spakenburg!
André Bijl is sinds 2008 sportverslaggever bij het Nederlands Dagblad en staat al sinds zijn jeugd vrijwel wekelijks ergens langs de lijn bij het topamateurvoetbal.
‘Grootmachten gaan gewoon strijden om de titel’
Met minder dan zestig punten word je geen kampioen. Dat bleek de eerste seizoenen van de topklasse. In de eerste zeventien wedstrijden behaalde de huidige koploper GVVV 35 punten. Die loopt daarmee op schema voor een kampioenschap. Wil GVVV koploper blijven, dan moet de club uit Veenendaal in de tweede helft van de competitie zeker dertig punten behalen.Een fatale start zoals Spakenburg (slechts achttien punten uit zeventien duels) zal een club, ook van die statuur, niet goed gaan maken. Maar gezien het aanwezige potentieel, de brede selectie, de tomeloze ambitie en de fanatieke aanhang, verwacht ik toch een plek in het linkerrijtje.
De andere twee grootmachten. IJsselmeervogels (nu zevende) en Rijnsburgse Boys (nu zesde) haalden respectievelijk vijf en acht punten minder dan GVVV. Van een ‘echt’ slechte seizoenshelft is geen sprake. Spelers worden ingepast, nieuwe routines ontstaan en vertrouwen binnen het team moet groeien. Daarna gaat de machine draaien. Dat zie je aan IJsselmeervogels die in de tweede periode gewoon weer bovenaan staan.
De kans is dan ook groot dat zowel IJsselmeervogels als Rijnsburgse Boys een goede serie gaan neerzetten na de winterstop. Ze hebben een fanatieke aanhang die elke week drie punten verwacht. En ze hebben brede selecties waarbij de bankzitters de vaste elf probleemloos kunnen vervangen. Met een oplopend aantal schorsingen en blessures is dat een essentieel kenmerk van de komende kampioen.
Tegelijk sluipt er bij de koplopers snel angst in de groep. Veel ploegen zullen hierdoor angstiger en verdedigender gaan voetballen. De achtervolgende ploegen hebben een heel ander gevoel. Elke wedstrijd wordt vol overtuiging voor de overwinning gestreden. Gokken op een gelijkspel is er niet bij. Een ander fenomeen dat in het nadeel werkt van de koplopers, is dat iedereen wil winnen van de koploper. De koploper treft dus altijd een zeer gemotiveerd en een tot op de tanden bewapende tegenstander.
Dat neemt niet weg dat het erop lijkt dat de top in de topklasse wat breder wordt. HHC, Katwijk en GVVV doen het goed. De kans dat het een spannende titelstrijd gaat worden tussen deze drie ploegen en de twee grootmachten IJsselmeervogels en RBB is dus levensgroot. Wie het dan uiteindelijk gaat redden is nu niet te zeggen. Maar om IJsselmeervogels en Rijnsburgse Boys halverwege de competitie uit te vlakken, is veel en veel te vroeg.
Rob Koelewijn is sinds 2009 sportverslaggever bij het Nederlands Dagblad. Hij speelde als middenvelder in de top van het zaterdagvoetbal bij onder andere Spakenburg, VVOG en Flevo Boys.
